In de rubriek ‘Inspiratie’ op onze website presenteren we u mensen die ons inspireren. Vaak mensen die op een andere manier in het leven en een professie staan dan wij organisatieadviseurs en interim-managers. Deze keer gaat het om Marijke Booij (1984). Zij is kaasmaker en succesvol ondernemer: enthousiast, geëngageerd, snel en buiten de bestaande kaders.
In eerste instantie had ze geen interesse in het bedrijf, omdat ze zag dat haar ouders wel heel hard moesten werken. Na de middelbare school ging ze naar de Hogere Hotelschool in Maastricht. Daarna deed ze HBO Marketing. Na haar schooltijd werkte zij in marketing en sales bij diverse bedrijven. Bijna altijd hadden haar banen iets met voeding te maken. Omdat haar ouders zich van lieverlee uit het bedrijf los wilden maken en aankondigden met kaas maken te willen stoppen besloot ze de stap te wagen: Marijke ging in de kaas. Inmiddels werkt ze twee dagen per week als kaasmaker en is zij mede-eigenaar van twee winkels en ‘hofleverancier’ aan toprestaurants.
‘Aandacht voor voeding kreeg ik van huis uit mee. Mijn ouders waren zich er zeer van bewust dat zij op hun boerderij voedsel produceerden. Er werd ook altijd veel zorg besteed aan het eten en we namen ondanks de drukte altijd tijd om goed te eten. Het liefst met een goed glas wijn er bij.’
‘Toen ik eenmaal besloot kaasmaker te worden ben ik eerst een jaar stage gaan lopen. Dat is wel een beetje raar: twee dagen per week stage lopen op het bedrijf van je ouders, maar dat ging eigenlijk prima. Misschien ook omdat ik daarnaast als ZZP’er allerlei advies- en interim-werk deed. Zo was ik betrokken bij de totstandkoming van de Groene Hart Coöperatie, werkte ik aan projecten om met Europese subsidie kaasmarkten in het leven te roepen en was ik druk met de promotie van streekproducten.’
“Kaasmaken was vroeger voor boeren een van de overlevingsmechanismen. Kaas is minder bederfelijk dan melk. Bij stagnatie van het transport van de melk, bijvoorbeeld als de Lek was dichtgevroren, konden mijn grootouders toch zinnige dingen met de melk doen.’
‘Een boer moet in deze tijd wel ondernemend zijn. Met een melkprijs onder de dertig eurocent per liter, zoals nu, kun je niet alleen van melkproductie leven.’
“De combinatie kaasmaken en ondernemen is voor mij ideaal. Kaasmaken ligt – zo bleek – heel dicht bij mij. Het is tot nu toe het enige werk dat me na zes jaar nog niet verveelt. Ik maak op een morgen twintig tastbare kazen. De routine en de sereniteit van de kaasmakerij geeft me rust. Ik ben als persoon een beetje ongestructureerd en chaotisch, maar als kaasmaker niet. Tja….. en ondernemen kan ik niet laten. Ik zie altijd kansen en wil altijd nieuwe dingen.’
‘Naast de kaasmakerij en winkel in Streefkerk ben ik mede initiatiefnemer van Fenix Food Factory in Rotterdam, een verzameling bedrijven die eerlijk voedsel produceert en verkoopt. De FFF is een ruimte waar alles vers is. Zelfgemaakte boerenkaas, het brood wat je er kan halen wordt ter plekke gebakken, de koffie wordt er vers gebrand, het bier wordt er gebrouwen en ga zo maar door.’
Ín onze kaasmakerij is het kaasmaken van A tot Z geprotocolleerd. Kaasmaken is één ding. Maar elke dag goede kaas maken is wat anders. Het moeilijkst aan kaasmaken is dat je nooit iets fout mag doen.’
‘We hebben inmiddels zo’n twintig toprestaurants als klant. We leveren alleen aan restaurants als hun standaarden ten aanzien van kwaliteit van product en dienstverlening overeenkomt met de onze. Alles moet echt goed zijn. Voor een tent waar nog half bevroren brood op de borden gaat, is onze kaas niet interessant.’
‘Toekomstplannen? ……Ik wil me de komende tijd gaan richten op dingen waarmee je mensen laat zien en ervaren hoe voedsel gemaakt wordt. Als je dat snapt, ga je je volgens mij ook anders gedragen: je eet bewuster, je gooit minder dingen weg…..Wat me ook intrigeert is de vraag of het mogelijk is kaas via internet te verkopen. (lachend) Kortom….. je hoort nog van mij.’