Patrick inspireert ons door de authenticiteit van zijn kunstenaarschap, zijn kijk op het ambacht van clown en zijn kwetsbaarheid, die zijn uitstraling eerder krachtig dan weerloos maakt. Patrick werkte bij Faria-Clowns en CliniClowns in Nederland en tegenwoordig bij Klokkeklovnene en Sykehusklovnene in Noorwegen. Daarnaast is hij free-lance performer, directeur van een clownschool en actief als trainer/opleider in binnen- en buitenland. Hij geeft o.a. trainingen aan managers gericht op inspiratie en authenticiteit. Hij was nog een kleuter toen hij al wist wat hij later wilde worden: Clown natuurlijk! Vanaf zijn achttiende maakte hij zijn droom waar. Patrick woont in Noorwegen en is getrouwd, het kan bijna niet anders, met ……….een clown.
‘Als kind, was ik erg introvert. Toen ik auditie deed voor de clownschool werd ik om die reden afgewezen. Maar omdat ik zei dat ik juist daarom de opleiding wilde volgen mocht ik het proberen. Mijn ontwikkeling tot professioneel clown heeft mij vrij gemaakt.’
‘Het wezen van de clown is dat hij leeft in het hier en nu, zich zeer bewust is van zijn lichaam en dat hij in staat is de houding van verwondering, alsof hij het allemaal voor het eerst doet, vast te houden. Er is niets mytisch of spiritueels aan. Aan clownen zit een ambachtelijke kant: het vraagt veel vaardigheid om die beginnersattitude te behouden. Less is more! Tegelijkertijd is clownen een kunst: Ik kom niet met een kant en klaar cadeau. Samen met mijn publiek pak ik iets uit wat ik zelf ook nog niet ken en waar ik net zo verwonderd over ben als de rest.’
‘Een clown op zich is niet grappig. Een clown is wel in staat grappige situaties te creëren. Grappig heeft te maken met iets op een geaccepteerde manier uit balans brengen. Het maken van een fout, het hebben van een probleem, geoorloofd falen. Dát uitvergroten en herhalen. Licht laten schijnen over dingen die lastig zijn. Er mee kunnen spelen. Tot in het absurde. Dat geeft herkenning en dat maakt dat iets grappig is. Persoonlijke shit is goud voor een clown. Als hij daar met lichtheid mee om kan gaan en er zijn eigen feestje aan kan beleven, dan is dat geweldig.’
‘Je moet elk contact met je publiek verdienen. Het is nooit vanzelfsprekend. Je vraagt en krijgt permissie om op zoek te gaan naar het gezonde deel in de mens: onbevangenheid, authenticiteit, speelsheid. Simpel en zonder bezwarende gedachten. Ik heb een hekel aan clowns met een groot ego, die zichzelf grappig vinden. Die komen halen bij hun publiek, terwijl je juist moet brengen.’
‘Ik wil mensen vermaken. Raken. Mensen verwonderen. Als ze dat tenminste willen. Zo niet, jammer, maar dan heb ik het in ieder geval zelf leuk gehad. Ik wil niet iemand zijn stenen dragen. ‘k Heb genoeg aan mijn eigen stenen.’
‘ Een clown is een drie-eenheid: de persoon met zijn verleden en eigenaardigheden, de acteur die in staat is een scène op te bouwen en de clown. De clown is een keuze. Je besluit bewust in de clown te stappen. Het is een andere staat van zijn. Puur en ontdaan van alles wat je eigenheid verbergt. Een acteur doet voor zijn optreden een jas aan, een clown doet hem uit.’
‘Ik treed op met en zonder neus. Het kan zonder. Maar de neus kan worden beschouwd als de finishing touch op het transformatieproces naar de clown. De neus is het kleinste masker dat er is. Je kunt er niets achter verbergen.’
Links: