By: admin On: mei 11, 2022 In: Podium Comments: 0

Soms ontmoet je inspirerende mensen. Robert Keurntjes  (1968) filosoof en meubelmaker, is er zo één. Hij studeerde filosofie  in Nijmegen, met als aandachtgebied Philosophy of mind, een begrip, dat, naar zijn zeggen,  breder is dan cognitiefilosofie. Daarnaast verdiepte hij zich grondig in het boeddhistisch denken. Hij heeft een eigen beroepspraktijk als filosoof, waar hij gesprekken voert over zeer uiteenlopende vragen, is beschikbaar voor filosofisch of historisch onderzoek en begeleiding daarbij en is docent aan HOVO en volksuniversiteiten. Daarnaast heeft hij Tsibilo, een eenmansbedrijf waarin hij meubels en interieurs ontwerpt en bouwt en andere klussen doet. Lees verder

‘Op mijn zevende sprak ik al met mijn buurjongen over de vraag of er aan het einde van het heelal een muur zou staan. Om de een of andere reden dacht ik toen al na over dat soort dingen. En niet omdat ik uit een gezin kom, waarin dat soort vragen actueel was. Ik kom uit een gewoon gezin. Mijn ouders waren op zich intelligente mensen, maar hadden niet zo’n brede belangstelling, hoewel mijn moeder…(lacht)  Nou ja, ik heb het van die kant van de familie, zullen we maar zeggen. Maar ik wist niet eens waar ik aan begon toen ik wijsbegeerte ging studeren. Dat ging bij mij ook in drie bedrijven. Ik vond het aanvankelijk te theoretisch. Je kunt ook niet in vier jaar filosoof worden. Hooguit kun je in die tijd iets over de geschiedenis van de filosofie leren. Om filosoof te worden is meer tijd nodig.’

‘Op mijn reizen door India maakte ik kennis met Tibetanen. Die mensen waren opgewekt terwijl ze als vluchteling leefden en vreselijke verhalen over Tibet konden vertellen. Ze hadden ook een zeer grote zelfspot. Daar werd mijn belangstelling voor het Boeddhisme gewekt. Ik ontdekte dat het boeddhistisch denken en de philosophy of mind elkaar veel te bieden hebben. ’

‘Ik begrijp mensen eigenlijk niet goed. We komen altijd in situaties terecht, waarin we niet willen zitten. Dat verplicht tot goed nadenken en dan kom je bij filosofie uit. Filosofie begint met óf verwondering, óf ongemak, allebei menselijke emoties. Maar het wordt pas filosofisch, als je met Socrates de vraag stelt: “weet je wel zeker, wat je meent te weten?” Filosofie moet steeds die vraag stellen, natuurlijk in ieder tijdsgewricht in de dan eigen woorden. Het is niet altijd duidelijk op welke werkelijkheid mensen reageren. In ieder geval niet op een feitelijke situatie. Maar waar dan wel op?’

‘Wat maakt iemand filosoof? Het verlangen naar kennis en wijsheid, in het besef dat je nooit tot zekerheid kan komen. Het verlangen is mooier dan de kennis en de wijsheid zelf. Of dat in de liefde ook zo is, weet ik niet. (lacht en is een poosje stil) Misschien is het bij mij wel een beetje zo. Ik kan op een bepaalde manier genieten van het gevoel van gemis van een geliefde die er op dat moment niet is. Dat gemis moet natuurlijk niet voor altijd zijn.’

‘Ik ben ooit filosoof geworden en kan er niet meer uitstappen. Ik kan niet anders meer, dan als filosoof naar de werkelijkheid kijken. Verwondering en ongemak. Dat schept ook wel eens afstand tussen mij en de rest van de mensheid. Ik kan een vriend in verwondering vragen blijven stellen naar de argumenten achter zijn religiositeit. Tot hij er kribbig van wordt.’

‘Je moet over een zekere dosis intelligentie beschikken om filosoof te kunnen zijn. In je gereedschapskist zitten dingen als abstractievermogen, brede kijk, gevoel voor logica, analyses kunnen maken, enz. Niet iedereen is er voor geschikt. Maar ja, je hebt ook geen timmerlui met twee linker handen. Natuurlijk, mensen met een gewoon verstand kunnen ook  wijs zijn, maar dat beschouw ik niet als wijsheid in filosofische zin.’

‘Ik kan mensen met problemen geen hulp bieden, zoals een psycholoog dat doet. Ik heb geen mening over wat gezond en ongezond is. Het heil van de filosofie zit hem in helder denken: hoe kom ik van mijn waarnemingen en mijn aannames tot wat ik denk en zeg.  Je kunt ook met mensen met een gewoon gezond verstand een filosofisch gesprek voeren. Dat kan zelfs heel bevredigend zijn. Als mensen minder ingewikkelde gedachten hebben, komen ze soms eerder in de richting van een antwoord op hun vragen. Je kunt bij antwoorden komen, die iemand al wist, maar die hij tot dan toe niet kon verwoorden.  Dat kan heel verrijkend zijn.’

‘Filosofie impliceert als je niet oppast een grote nadruk op de ratio. Maar daardoor dek je niet meer het hele leven: er is geen aandacht voor verbeelding en contemplatie. Het gaat in het leven niet om kenvermogen sec, filosofie is gericht op de geest en dus ook spiritueel.‘

‘Ik noem me zelf geen religieus mens. De vorm van een religie staat vaak de inhoud in de weg. Ik ben  te veel verknocht aan de academische vrijheid om er in mee te kunnen.’

‘Iedereen mag het niet met me eens zijn. Een koning vindt het erg als hij wordt tegengesproken, een filosoof helemaal niet.’

‘Mijn werk als meubelmaker, ontwerper en klusser is feitelijk de bodem onder mijn bestaan. Met dat als basis kan ik filosoof zijn. Het houdt me met de voeten op aarde en geeft ruimte aan mijn denken. Het is misschien ooit begonnen, omdat ik nu eenmaal wat moest doen, maar het is erg waardevol voor me geworden. (lacht) En het levert vaak ook nog meer geld op.’

Publicaties:

Als Parfit Boeddha serieus genomen had…Persoonlijke identiteit als hanging reality. (masterscriptie) Link naar publicatie

Samen met Ilse Bulhof: Uitzonderlijke goedheid, een filosofische ontmoeting tussen oost en west. Amsterdam. VU Univerity Press

Links:

www.robertkeurtjes.nl

www.tsibilo.nl

FaceBook Tsibillo